“Alleen strenger straffen is niet de oplossing”
Hoe we met communicatie- en gedragsveranderingstechnieken voetbalgeweld kunnen voorkomen en verminderen

Nu de toeschouwers  dit seizoen weer naar de stadions mochten, was ook meteen het voetbalgeweld terug. De rellen die afgelopen zondag na de verloren finale tegen Exelsior rond het stadion van ADO Den Haag plaatsvonden is slechts één van de vele incidenten van dit seizoen. Hooligans gingen regelmatig met elkaar op de vuist. En het beperkt zich niet tot geweld richting elkaar; zo werd onder andere burgemeester Femke Halsema onlangs flink bedreigd. Wat drijft mensen om aan voetbalgeweld mee te doen? Is eerder en harder straffen, zoals vaak wordt verkondigd, de enige oplossing? Of kunnen we met oplossingen vanuit de communicatie- en gedragswetenschappen meer bereiken?

Simone Krouwer dook samen met Michel Buhrs (oprichter Behaviour Club) in de wetenschappelijke literatuur én vroeg ervaringsdeskundigen Joris de Lange (manager wedstrijdoperatie en veiligheid AFC Ajax), Joost Arentsen (teamleider Centraal Informatiepunt Voetbal, politie Nederland), (Christiaan Visser (De Voetbaladvocaat) en Adriaan Denkers (Sociaalwetenschappelijk onderzoeker) om hun opinie, kennis en ervaring te delen.

We hoorden en lazen veel verschillende visies, maar één ding kwam in zowel de literatuur als bij de experten naar voren: nog strenger straffen gaat waarschijnlijk niet helpen bij het voorkomen van nieuw voetbalgeweld. Met de juiste communicatie en gedragsinterventies bereik je meer.

Hooliganisme als maatschappelijk probleem

Hooliganisme kenmerkt zich door agressie richting scheidsrechters, rivaliserende supporters en spelers. De handhaving hiervan kost veel tijd en inzet van overheidsdienaars (en dus geld) en brengt bovendien leed met zich mee: zowel voor de supporters, als de clubs en de  handhavers. In de grote stadions is het inmiddels bijna onmogelijk om nog zonder gevolgen geweld of andere overtredingen te plegen. Er hangen overal camera’s waarmee baldadige supporters nauwkeurig kunnen worden geïdentificeerd.  De ‘voetbalwet’ maakt het mogelijk om direct zware straffen, zoals het innemen van de seizoenkaart, een (levenslang) stadionverbod en zelfs celstraffen uit te delen.

Maar nu de maatregelen in de stadions strenger zijn geworden, vinden hooligans andere plekken om zich te uiten; ook buiten de stadions vindt hooliganisme plaats. Voetbaladvocaat Christiaan Visser noemt als voorbeeld de organisatie van bosgevechten: “In een bos, buiten het stadion, spreken groepen supporters af om met elkaar op de vuist te gaan’’.

Volledige uitbanning van hooliganisme is dan ook niet haalbaar met alleen handhaving: het verplaatst zich simpelweg naar andere plekken waar handhaving lastig is. Visser pleit juist voor een minder strak beleid, zeker op vlak van preventie. “Neem de uitsupporters: die worden eigenlijk allemaal al als potentiële criminelen behandeld, door ze verplicht via de combi-regeling te laten reizen. In Engeland reizen supporters gewoon zélf met het OV het hele land door. Daar gaat het ook goed. Stop met die onevenredig zware straffen, zeker voor kleine overtredingen en voor ‘first offenders’, supporters die voor het eerst een kleine overtreding begaan. Dat verhoogt juist de vijandigheid bij supporters”.
Maar als nog zwaarder straffen niet de oplossing is, wat dan wel?

Handvaten vanuit de communicatie- en gedragswetenschappen

De gedragswetenschappen bieden handvatten om interventies te bedenken die niet direct over strengere handhaving gaan. Om de juiste interventies te bedenken, is het belangrijk om het gedrag eerst te begrijpen. Door zogenaamde gedragsbepalers te identificeren (wat triggert gewelddadig gedrag onder voetbalsupporters?), kun je de juiste interventies selecteren en op maat inzetten om het gedrag te veranderen.

Begrijpen wie de voetbalvandalen zijn en hoe gewelddadig gedrag wordt getriggerd
De grootste leeftijdsgroep van voetbalvandalen ligt met 37% tussen de 19 en 26 jaar. Deze ‘jonge hooligans’ worden volgens sociaalwetenschappelijk onderzoeker Adriaan Denkers vaak aangezet door de ‘oude harde kern’ om strafbare feiten te plegen. Joris de Lange (AFC Ajax) beaamt dat. “Wij zien dat vaak oudere hooligans met financiële belangen de jongeren tot verkeerd gedrag aansporen. Dit zijn de hooligans met status, die bijvoorbeeld merchandise en drugs verkopen en voldoende financiële middelen hebben om indien nodig zelf juridische hulp in te schakelen. Die kwetsbare jongeren kijken enorm tegen dit soort gasten op en laten zich tot domme dingen verleiden.” Volgens Denkers ishet volggedrag van deze jonge hooligans voor een deel te verklaren door de behoefte aan sociale inclusie; de drang om erbij te horen en ertoe te doen. Vooral sociaal zwakke jongeren kunnen onder invloed van aanmoedigingen door anderen met een hogere status binnen de groep een sociale identiteit verwerven.

Verder stelt Denkers dat ‘dehumanisering’ een belangrijke rol speelt: hooligans zien ‘de vijand’  (de supporters van een andere club, maar ook de politie die met helmen op ingrijpt) niet meer als mensen. Rehumanisering van de ‘opponent’, zoals bijvoorbeeld de politie, kan bijdragen aan het reduceren van geweld. Dat kan door juist méér het contact te faciliteren. Meer met elkaar in gesprek gaan en meer ‘de individuele mens achter het labeltje’ tonen.

Daarnaast heerst er in en rondom de stadions vaak een opgefokte sfeer, die versterkt wordt door de hekken en opzwepende muziek. Deze actieve negatieve emoties, zoals angst en woede, zijn gerelateerd aan vecht- en vluchtgedrag.  

Ook Joost Arentsen, teamleider Centraal Informatiepunt Voetbal en onderdeel van Politie Nederland, ziet aanknopingspunten om met gedragspsychologie aan de problemen te werken. “Je weet dat aan hooligans een bepaalde status hangt. De plek in de groep wordt bepaald door wat je durft of doet. We moeten dus op zoek naar manieren om die status van hooligans om te buigen of af te breken.”

Oplossingen vanuit de gedragswetenschappen

Voortbouwend op deze gedragsbepalers, kunnen de volgende vijf communicatie- en gedragstechnieken bijdragen aan het voorkomen en tegengaan van supportersgeweld. Maatwerk en experimenteren is van belang: er kan nog veel geleerd worden op het gebied van interventies richting hooligans. Dus onze oproep is: begin vooral en pas onderweg vooral aan waar nodig.

1. Speel in op Identiteit en gebruik rolmodellen
Als je de identiteit van een groep supporters kent, kun je rolmodellen van deze groep identificeren. Deze kun je vervolgens inzetten om te tonen hoe je je als lid van een supportersgroep behoort te gedragen. Kies bijvoorbeeld (oud-)spelers, of voor voormalige hooligans waar de groep tegenop kijkt. Het ‘Hoolies project’ van FC Groningen toont de effectiviteit van deze techniek; oud-hooligans werden ingezet als rolmodel waardoor de politie-inzet rondom wedstrijden daalde met 35%.

2. Optreden politie
Het probleem met autoritair en hard optreden van de politie, is dat dit bij supporters het idee kan opwekken dat geweld tegen de politie legitiem is; ze doen het immers ook tegen jou. De verschijningsvorm van de politie draagt hieraan bij: een helm, knuppel en de aanwezigheid van ME-busjes roepen agressie op. Minder autoritair optreden en het aanpassen van de verschijningsvorm biedt interessante aanknopingspunten voor het afnemen van voetbalgeweld. Rehumanisering, in plaats van dehumanisering.

3. Inspelen op emoties in het stadion
De intensiteit en het fanatisme tijdens wedstrijden activeren actieve negatieve emoties. Deze emoties vallen voor een deel te sturen, zoals bijvoorbeeld met muziek of geur. Sommige clubs proberen de emoties beïnvloeden door de hekken tussen thuis- en uitsupporters weg te halen, wat leidt tot een minder vijandig beeld. Ook het verwelkomen van uitsupporters kan de vijandigheid wegnemen. Zo verwelkomt Heracles de uitsupporters met broodjes en kopjes koffie. Dat geeft toch een heel ander gevoel in vergelijking met dat je onder begeleiding van politie achter een gek wordt geplaatst!

4. Media-aandacht: minder aandacht voor hooligans?
Media hypen derbywedstrijden uitgebreid en kondigen zelfs mogelijke rellen aan; het voedt de verwachting dat het er hard aan toe zal gaan. Ook na de wedstrijden besteden media aandacht aan het gedrag van relschoppers. Door aandacht aan geweld te besteden, creëer je onbedoeld een sociale norm dat hooligangeweld ‘er nu eenmaal bij hoort’. Bovendien kicken veel geweldplegers juist op deze aandacht.

5. Zichtbaar maken van straffen
Waar media (en voetbalclubs) juist wél een rol kunnen spelen, is bij het zichtbaarder maken van de uitgedeelde straffen. Zo verhoog je de gepercipieerde pakkans bij de hooligans, zonder direct op handhaving in te zetten. Door het benoemen van misdaden en de bijbehorende straf, creëer je bewustwording plant je een ‘zaadje van angst’. Tegelijkertijd is het van belang om tegenstelde effecten te voorkomen; opgepakt worden én genoemd moet niet meer status opleveren. Toon dus geen individuen die daarmee kunnen pronken, maar kies voor generieke beelden en cijfers.

Persoonsgerichte aanpak voor probleemjeugd
Bovengenoemde communicatie- en gedragsveranderingsstrategieën zijn vooral om toekomstig excessief geweld te voorkomen. Bij (de vaak jonge, uit een slechter milieu afkomstige) veelplegers lijkt een persoonsgerichte aanpak het meeste effect te bewerkstelligen. Hierbij werken hulpverleners van de gemeente, jongerenwerkers en externe zorgpartijen samen om individuen weer op het juiste pad te krijgen.  

We moeten ons geen illusies maken dat met bovengenoemde interventies hooliganisme volledig zal verdwijnen, maar vermindering is hard nodig en iedere stap in die richting is belangrijk. 

Door: Simone Krouwer & Michel Buhrs

Relevante berichten

5 manieren om uitstelgedrag effectief aan te pakken

Dat artikel schrijf ik volgende week wel. Het voorbereiden op die belangrijke bijeenkomst doe ik later. Herkenbaar? Wees gerust, je bent niet de enige. Iedereen vertoont regelmatig uitstelgedrag. Sinds we thuiswerken hebben we er door de toegenomen vrijheid zelfs meer mogelijkheid toe.

Lees meer »